Ik gun Gouda
zoet
meer zoet

Het zuur verspreidt zich vanaf ontgonnen veen
via bescheiden landerijen
over de stad heen

Maar door de ruitjes van
het Huis van de Stad
sijpelt trots op ‘ons Gouda’ dat
zo mooi is, veel goed doet
Ik gun Gouda in 2019
meer verbindend stroopwafelzoet

Geschreven voor de jaarwisseling 2019

Lieve grote mensenkinderen,

De Sint zal er geen doekjes om winden
Het maakt mij niet uit hoe klein of groot je bent
Ik weet dat jullie allemaal graag worden verwend
Zeker nu, nu het veiligste plekje waar je altijd op kunt rekenen
Vooral je huis is
en je bed soms voelt als een warme wattendeken

De Sint had echt hetzelfde probleem, toen hij met z’n boot bij de haven aan kwam
Gelukkig trok Piet mij uit bed en zei vertwijfeld: ‘Sint uw mantel, uw mijter, eet toch een boterham!’
‘Och, ja,’ schrok ik wakker van zijn bezorgd gezicht
Door het mondkapje zag ik niet eens of zijn lippen waren gestift
‘Het land. Het land heeft mij nodig, je hebt helemaal gelijk.’
Ik streek mijn baard glad en verliet mijn hemels rijk
Binnen no time stond ik boven op het dek
Hé, we waren al bij Goudasfalt. Onparlementair riep ik ‘Verrek!’
Och, hoe mooi, de Museumhaven, de Roode Leeuw, de Mallegatsluis
‘Open de sluizen,’ vervolgde ik enthousiast, maar daar was ik wat abuis
Het gevolg was een boot vol huilende Pieten:
‘Waar zijn de kinderen, we zien ze niet!’

Ik vloog naar mijn kamer, pakte mijn laptop erbij
Op een groot scherm stond heel Gouda, zij aan zij
‘Kijk hier jongens, je ziet ze niet, maar ze zijn er wel!’
Vanuit hun huis- en werkkamers kwamen honderden koppies aangesneld
‘Zie je’ wees ik, ‘daar heb je Paul, Anne-marie en Chris en … nou ja, teveel om op te noemen
en, O, kijk daar, in het Huis van de Stad. Zie je Astrid en Marcel het beeldscherm inzoomen?’
Opgelucht droogden de Pietjes hun tranen
‘Ja, Sint,’ moesten ze beamen,
‘Je ziet ze niet, maar ze zijn er wel!’
‘Precies!’ zei ik, ‘op- of achter de schermen is het hele stel
hard aan het werk voor Gouda, wat een kanjers
Als ik weer over de daken banjer
Strooi ik bloemblaadjes troost door schoorstenen naar beneden
Wrijf ik mijn handen bikkelhard tegen elkaar en stuur die energie zo naar degenen
die wel een beetje extra kunnen gebruiken
Tot slot open ik deuren, ramen en luiken
stuur ik frisse lucht en een beetje Gouds Geluk naar al die grote mensenkinderen
om lekker bij een bakje troost te verslinden
Samen, echt, samen loodsen we elkaar hier door heen
Niemand, heus. niemand staat hierin alleen
’Niet vergeten hoor,’ springt Piet alweer in de rondte
‘Nou, dag hoor,’ zeg ik, met de blossen op mijn wangen, mijn voeten eindelijk op
onvervalste Goudse grond

Geschreven voor medewerkers gemeente Gouda 2020. Voorgelezen door de gemeentesecretaris en directie via... Zoom

Deel deze pagina