Marsmannetjes van elf
Het marsmannetjespak voelt als een zachte tweede huid, vol belofte. Dansend en zingend sta ik als meisje van elf op dat grote toneel van theater Concordia in Enschede. Met de wereld om me heen gehuld in het duister, ga ik volledig op in mijn rol:
Wij zijn de groene mannetjes
De mannetjes van Mars
Wij hebben groene wangetjes
En ook een groene neus
Bliep prrrr, bliep prrrr, bliep prrrr, bliep
Vijftig jaar later. Waarom komen deze tekst en melodie opeens zonder aarzeling omhoog? Schuldige is Tasmanië van Paolo Giordano. Redelijk aan het begin had ik het boek weggelegd, uit voorzorg tegen opkomende bedroefdheid. Maar het stille verwijt bleef voelbaar: negeer je míj́? De prachtige schrijfstijl van Paolo trok me opnieuw het verhaal in. Vluchten naar Mars koppelt hij in twee zinnen moeiteloos aan verpletterende acties om het leven op aarde te verbeteren.
De schrijver van de musical kan ik nergens achterhalen. Zijn tijd ver vooruit. De pakkende melodieën, zal hij gedacht hebben, doen vast de rest. Touché! Maar waarom pas nu?
Wegkijkend danste ik door het leven. Tot nu. In mijn hoofd transformeert het eens zo onschuldige openingsliedje tot een stevig statement. Het marsmannetje dat ik ooit was maakt een lange neus richting aarde. We komen er niet meer in.
Ja, we leven met ons allen op de wereldbol
En daar komt het op aan
En dus moeten we hier alles met z’n allen doen
Want anders gaan we naar de maan
We kunnen met z’n allen ergens anders heen
Misschien is het geweldig mooi op Mars
Maar kijk we nemen altijd ook onszelf weer mee
En vluchten helpt dus ook geen snars
12 maart 2023